Tegenwoordig kunnen koopvaardijschepen onbezorgd de Caribische Zee bevaren; er zijn letterlijk geen kapers meer op de kust. Hoe anders was dat in de 16de en 17de eeuw. Voor de bemanning van vrachtzeilschepen was het toentertijd bibberen en beven. Met een beetje pech werd het schip door piraten geënterd en leeggetrokken van al haar kostbaarheden. Vaak werd het schip daarna in brand gestoken en verging het met man en muis …
De Caraïben is vandaag de dag dus gelukkig geen vrijplaats meer voor piraten. Tenminste, in de mensenwereld. Niet in de vogelwereld. Vraag dat maar eens aan meeuwen en sterns. Voor deze zeevogels is het nog maar de vraag of zij hun met veel moeite vergaarde prooivissen mogen houden. Voor hen zijn er namelijk letterlijk wél kapers op de kust! Als een stern een vis aan het oceaanwater heeft onttrokken, kan hij zomaar op de hielen worden gezeten door een hele armada Amerikaanse fregatvogels. Amerikaanse fregatvogels zijn reusachtige vogels met een prehistorische uitstraling. Door hun gitzwarte verenpak, smalle vleugels met spanwijdte van 2,5 meter en lange gevorkte staart, lijken Amerikaanse fregatvogels zo ontsnapt te zijn van de set van Jurasic Park.
De Amerikaanse fregatvogel ontketent een ware oorlog om de slachtoffervogel te dwingen om zijn vis af te staan. In eerste instantie door hem flink op de huid te zitten. Mocht dat niet werken, wordt de vogel gegrepen en hard door elkaar geschut. Let wel, dit gebeurt allemaal in volle vogelvlucht. Bovendien moet de vogel niet denken dat als hij de vis doorslikt, dat hij van zijn stalker verlost is. De Amerikaanse fregatvogel zal dan proberen de vogel te dwingen om zijn vishapje op te braken. Dit doet hij door met zijn snavel ferme tikken uit te delen op de slachtoffersnavel. Nadat de vogel uit pure ellende zijn vis maar opgebraakt, plukt de Amerikaanse fregatvogel zijn gratis vismaaltje met het grootste gemak uit de lucht. Dat snavelgetik herkennen we uiteraard ook bij jonge vogels. Zij hameren op de snoet van hun ouders om een braakreflex op te wekken waardoor zij de prooi overgeven.
Piraterij is een van de jachtmethodes die de Amerikaanse fregatvogel inzet om aan zijn brandstof te komen. Brandstof die overigens maar voor een klein deel wordt aangewend om te kunnen vliegen. De Amerikaanse fregatvogel is namelijk de ultieme zweefvlieger onder de vogels. Door handig gebruik te maken van thermiek hoeft hij maar weinig vleugelslagen uit te voeren. Hij laat zich inspanningsloos door de opstijgende warme luchtstroom naar duizelingwekkende hoogtes voeren. Vervolgens glijdt hij geruisloos in grote cirkelbewegingen naar beneden. De Amerikaanse fregatvogel kan hierdoor dagen achter elkaar in de lucht blijven, waarbij hij zelfs al vliegend een uiltje kan knappen. In het vogellijstje van de langst non-stop vliegende vogels hoeft de Amerikaanse fregatvogel alleen de gierzwaluw voor zich te dulden. Gierzwaluwen kunnen maanden onafgebroken in het luchtruim blijven. Tja, daar is geen kruid tegen opgewassen!
Een andere jachtmethode van de Amerikaanse fregatvogel, is de jacht op vliegende vissen én vissen die zich net onder de waterspiegel bevinden. Dit heeft een duidelijke reden. De Amerikaanse fregatvogel is een zeevogel, maar is daar feitelijk niet goed op aangepast. Doordat hij niet in het bezit is van waterafstotend verenpak, mag hij niet in het zeewater terecht komen. Als hij toch gaat dobberen of duiken, wordt zijn lichaam als een spons volgezogen met water en dreigt de verdrinkingsdood. Dus alleen vliegende vissen die het water verlaten, liggen binnen zijn jachtbereik. Ook vissen die net onder het wateroppervlak zwemmen, kan hij met zijn lange, puntige snavel al vliegend uit het water grissen. Vaak volgen Amerikaanse fregatvogels dolfijnen en tonijnen. Deze roofvissen jagen hun prooivissen richting het wateroppervlak. Een locatie waar óók de Amerikaanse fregatvogel ze maar al te graag wil hebben.
Water is dus geen plek waar de Amerikaanse fregatvogel in wil zijn. Dat geldt ook voor land. Het ultieme vliegbeest heeft korte, zwakke pootjes waar hij nauwelijks mee uit de voeten kan op het droge. Als hij toch aan de wandel gaat, ziet dat er klunzig uit. Echter, vroeg of laat moet iedere vogel eitjes leggen. Dat kan niet in het water en ook niet in de lucht. Vóórdat de Amerikaanse fregatvogel zich wil gaan voortplanten, moet er eerst een geschikte partner gevonden worden. Dat gebeurt bij deze vogelsoort op een unieke manier.
Bavianenvrouwtjes krijgen gedurende de paartijd een rode kont om bij het andere geslacht in de smaak te vallen. Tijdens de voortplantingstijd van Amerikaanse fregatvogels daarentegen krijgen de mannetjes een roodgekleurde keelzak. Een keelballon die ze bovendien tot grote proporties kunnen opblazen. De dames zijn erg gecharmeerd van deze keelzak, waarbij geldt: des te roder, des te beter! Maar dat is nog niet alles om vrouwtjes te versieren.
In de lucht zijn Amerikaanse fregatvogels muisstil, maar gedurende de baltsperiode zijn het echte druktemakers. Tijdens de hofmakerij verzamelen de heren zich in een soort mini-kolonie, die je ook een vogelorkestbak zou kunnen noemen. Ze roffelen namelijk met hun snavels op hun opgeblazen keelzakken, klapperen met hun snuiten, zwaaien met hun koppen en wapperen met hun vleugels. Het ziet er uit als een verzameling vogelmalloten. De Amerikaanse fregatvogelvrouwtjes denken daar heel anders over. Zij vliegen over het schouwspel heen waarbij ze hun zintuigen goed de kost geven om vervolgens een juiste partnerkeuze te kunnen maken!