Bijkolibrie

Het is doorgaans geen goed idee om irritante insecten tot moes te slaan met een vliegenmepper in gezelschap van hardcore dierenliefhebbers. Dit omdat laatstgenoemden geen onderscheid maken tussen lieflijke hamstertjes en bloedzuchtige steekmuggen. Overigens heb je tegenwoordig ook vliegenpetsers waar een stroompje doorheen loopt. Als je daarmee op het vliegend microgespuis inhakt, worden ze levend geëlektrocuteerd en neemt een bbq-lucht bezit van je leefruimte. Dierlijke eiwitten zijn immers dierlijke eiwitten en geven hetzelfde aroma bij roostering!

Op Cuba moeten mensen die zich graag bedienen van vliegenmeppers helemaal goed opletten. Zij kunnen zich namelijk onbewust transformeren van insectenverdelgers tot vogelmoordenaars. Op het Caribische eiland van wijlen Fidel Castro zoemt namelijk een vogeltje rond dat het formaat heeft van een uit de kluiten gewassen insect.

De bijkolibrie!

De bijkolibrie is het kleinste lid van de vogelfamilie. Zijn neef de struisvogel is 100.000 keer groter. Het vogeltje heeft een gewicht van slechts 1,6 gram, terwijl de genoemde Afrikaanse loopvogel 155 kg aan lichaamsgewicht mee moet zeulen. De bijkolibrie is feitelijk zo klein als een struisvogeloog!

Waarom is de bijkolibrie tot zo’n klein vogeltje geëvolueerd? Het verkrijgen van een voedselvoordeel is het antwoord. Bijkolibries eten nectar en insecten. Nectar wordt verzameld om in de suikerbehoefte te voorzien en insecten fungeren als eiwitbronnen. Op Cuba woedt er een felle strijd tussen verschillende kolibriesoorten om nectar. Doordat bijkolibries dwergachtige proporties hebben aangenomen, is er voor hen een nectarnichemarkt ontstaan: kleine bloemen. De overige kolibriesoorten laten dit kleine bloemengrut links liggen, omdat ze bij grotere bloemsoorten meer nectar kunnen tanken.

Echter, het evolueren tot een miniatuurvogeltje heeft niet alleen voordelen. Het heeft ook een groot nadeel. Een nadeel met veel consequenties. Er bestaat namelijk een regel in de fysiologie die maximaal van toepassing is op de bijkolibrie: des te kleiner het dier, des te groter het metabolisme. Verhoudingerwijs verbruikt de bijkolibrie iedere dag tien keer meer energie dan een marathonloper!

Doordat de bijkolibrie zo’n extreem hoog metabolisme heeft, moet er feitelijk onafgebroken brandstof aangevoerd worden. Dagelijks worden er dan ook meer dan 1500 bloemen bezocht om nectar op te zuigen. Daarbij kan het vliegbeest 20 uur non-stop in de lucht hangen. De bijkolibrie landt niet bij iedere bloem om het zoete bloemvocht op te slurpen, maar blijft als een helikopter voor de bloem hangen.

En wat voor een helikopter! De bijkolibrie is nog het beste te vergelijken met een Apache-gevechtshelikopter. Evenals deze Amerikaanse wentelwiek kan ’s werelds kleinste vogeltje namelijk in een rechte lijn omhoog, omlaag en opzij vliegen. Bovendien kunnen ze ook achterwaarts én op hun kop fladderen! Hierbij kunnen snelheden van meer dan 50 kilometer per uur gehaald worden. Door deze uitmuntende vliegskills kan de bijkolibrie in een hoog tempo bloemen bezoeken.

Doordat de vleugels van de bijkolibrie schoudergewrichten bevatten, kunnen ze bovengenoemde vliegbewegingen maken. Bovendien komt eenderde van het gewicht van de bijkolibrie voor rekening van de vleugelspieren. Omdat de vleugelspieren relatief groot zijn, kunnen zij een zeer hoge vleugelslag mogelijk maken. Een bijkolibrie kan tot wel 80 keer per seconde zijn vleugels slaan.

Om zo’n extreem hoge vleugelslag te kunnen genereren wordt van alle overige lichaamsfuncties het uiterste gevraagd. Zo kan de bijkolibrie 400 keer per minuut ademhalen. Met een spectaculaire hartfrequentie van 1200 slagen per minuut hoeft het beest alleen maar de wimperspitsmuis voor zich te dulden als het om de hoogste hartfrequentie onder alle diersoorten gaat. Bij dit mini-zoogdiertje wordt de bloedpomp namelijk 1500 keer per minuut samengetrokken!

Omdat de zucht naar energie zo groot is mag het verteringsproces niet te lang duren. En dat doet het dan ook niet. De darmen van de bijkolibrie hebben de capaciteit om binnen 15 minuten 99% van de glucose in het bloed op te nemen. Bij dit proces draait ook de lever op volle toeren.

Evenals alle andere diersoorten moet de bijkolibrie ook slapen. Maar eigenlijk kan het beest het zich niet permitteren de doorlopende brandstofaanvoer te onderbreken. De evolutie heeft dat echter op een slimme manier opgelost. Tijdens de nacht verlaagd de bijkolibrie zijn lichaamstemperatuur naar de omgevingstemperatuur waardoor er zo min mogelijk energie verloren gaat.

Het energieverbruik van de bijkolibrie is torenhoog, maar schiet helemaal door het dak tijdens het paarseizoen. Buiten de hofmakerijperiode lijken de mannetjes en vrouwtjes op elkaar maar gedurende de paringstijd verandert dat. Om de dames te verleiden trekken de heren een compleet nieuw verenpak aan waarbij ze bovendien een soort verenhelm opzetten. Een hoofddeksel dat veel weg heeft van de pruik van een Engelse rechter. Alleen dan niet wit, maar met allemaal feestelijke kleurtjes. Uiteraard vreet zo’n verenkleedtransitie enorm veel energie.

Naast het feit dat de mannetjes de vrouwtjes visueel proberen te verleiden, doen ze ook een poging om het gehoorzintuig van het andere geslacht aangenaam te prikkelen. Als een mannetje een vrouwtje ziet maakt hij een duikvlucht van tientallen meter voor het vrouwtje. Op het laatst worden de staartveren uitgezet. Dan is het afhankelijk van de snelheid waarmee de wind door de veertjes stroomt wat voor een geluid er ontstaat. Als dit geen indruk maakt, gaan de heren uit volle borst liedjes zingen. Dit gezang klinkt overigens niet aantrekkelijk voor het menselijk oor.

Door het nieuwe verenpak, het maken van duikvluchten en het gezang verbranden de mannetjes veel meer extra energie dan de vrouwtjes tijdens de baltstijd. Uiteraard zijn de rollen omgedraaid tijdens de broedtijd. Dan komt het leeuwendeel van het werk op het bordje van het vrouwtje te liggen.

Uiteindelijk legt het vrouwtje twee eitjes. Eitjes die ook weer fascinerend klein zijn! Als je van één struisvogelei een omelet gaat bakken, kan de hele straat aanschuiven om te komen eten. Er mag dan voor 2,5 kilo aan gegaard struisvogelembryo over de bordjes verdeeld worden. Om een gelijke hoeveelheid bijkolibrie-eierpannekoek te verkrijgen, moeten er meer dan duizend eitjes geklutst worden. Als je namelijk een eitje van de bijkolibrie op de weegschaal legt, stagneert het wijzertje al bij het streepje van 0,4 gram!