Caribische rifoctopus

Voor kinderen is het uitermate leuk en spannend:

Ronddolen in doolhoven!

Vaak zijn doolhoven ingewikkelde labyrinten waarbij de afscheiding uit coniferen bestaat. Deze coniferen worden net zolang gesnoeid en geschoren totdat kaarsrechte plantenmuren ontstaan die de doolhof zijn uiteindelijke structuur geven. Om snel de uitgang van de doolhof te vinden, worden de kids uitgedaagd hun creativiteit, vindingrijkheid en richtingsgevoel aan te spreken. Het leeuwendeel van de kinderen slaagt met verve voor deze beproeving, maar er zijn er ook die zich door wanhoop gedreven genoodzaakt voelen om vals te spelen. Zij wringen zich brutaal door de manshoge coniferen heen om zo de uitgang op het spoor te komen.   

Dat zou wat zijn! De pienterheid van de jeugd inzichtelijk maken door middel van het doorlopen van een doolhof. Bij mensen wordt zo’n doolhofproef niet ingezet, maar bij dieren wél! Zo bezitten gorilla’s, orang-oetans en chimpansees voldoende cognitieve vaardigheden om zichzelf vlotjes uit een doolhof te bevrijden. Maar de ultieme winnaar komt uit een verrassende hoek. Niet uit de hoek van bovengenoemde primaten. Zelfs niet uit de hoek van de gewervelden. 

De absolute meesters van de doolhofbeproeving zijn de octopussen! Weekdieren dus! Weekdieren die imploderen tot hoopjes snot als ze op het droge worden getrokken. Dat geldt voor de meeste weekdieren, maar niet voor octopussen. Octopussen zijn namelijk unieke schepsels met wonderbaarlijke eigenschappen, die in staat zijn om zich uit vrijwel elke benarde situatie te redden! Zelf op het droge vinden ze nog een oplossing om te overleven.

Dat hebben ze allemaal te danken aan hun intelligentie. Hoge intelligentie is klaarblijkelijk niet het exclusieve domein van de mens en een handjevol andere gewervelden. Octopussen zijn zeer intelligente dieren met een uitmuntend geheugen.

Het geheim zit in de hoeveelheid neuronen waarover octopussen beschikken. Collega-weekdieren als slakken moeten zich met slechts twee zenuwcellen om zich door het leven te slaan. Octopussen daarentegen bezitten maar liefst vijfhonderd miljoen neuronen! Dat is bijna net zoveel als een kat!

Maar dat is nog niet alles. Bij poezen zijn de zenuwcellen hoofdzakelijk gebundeld in de hersenen. Bij octopussen daarentegen zitten de neuronen verspreid over hun hele lichaam. Dat heeft zo zijn voordelen. Zo kunnen de acht vangarmen waarover een octopus beschikt, zich gelijktijdig met verschillende taken bezighouden omdat de aansturing maar ten dele centraal plaatsvindt. Als één van de vangarmen onverhoopt wordt afgehakt, kan dit geamputeerde ledemaat gewoon blijven functioneren door de plaatselijk aanwezige zenuwcellen. 

Eén van de octopusssoorten die al zijn intelligentie inzet om te overleven, is de Caribische rifoctopus, de Octopus briareus. Zoals de naam al doet vermoeden, vormt het koraalrif het leefgebied van deze representant van het octopusgilde. Het rif lijkt een vredelievend decor, waar kleurrijke oceaanbewoners in harmonie samenleven. Niets is minder waar; het is een rücksichtslose omgeving waar je constant op je hoede moet zijn.

De meeste weekdieren kennen een bepaalde vorm van bepantsering; slakken kunnen zich terugtrekken in hun mobiele huisjes en mosselen zitten veilig ingeklemd tussen twee schelpen. Maar de Caribische rifoctopus is bijna volledig een ‘week’ dier. Alleen zijn papegaaisnavelvormige bek is gemaakt van keihard hoorn; nodig om prooidieren te verbrijzelen en uiteen te rijten. Door het ontbreken van een skelet is de Caribische rifoctopus wél extreem flexibel; ze kunnen hun romp, kop en armen moeiteloos in alle richtingen bewegen.

De ‘naaktheid’ van de Caribische rifoctopus maakt hem zogezegd uiterst kwetsbaar voor roofdieren, maar door zijn torenhoge intelligentie is hij toch de meeste rovers te slim af. Zo kan hij prima onthouden waar zich doorgaans rifhaaien en murenen verschuilen in het koraalrif. Door deze delen van het rif te vermijden, vergroot hij zijn overlevingskansen.

Koraalrif bestaan doorgaans uit zandplaten, waar weinig dekking voor de Caribische rifoctopus te vinden is. Zijn peervormige kop en acht vangarmen met zuignappen tekenen zich onmiskenbaar af tegen de zanderige oceaanbodem. Om deze onderwaterwoestijnen toch veilig over te kunnen steken, gaat hij eerst op zoek naar een lege kokosnoot. Deze gebruikt hij vervolgens als een gepantserd vehikel om zonder kleerscheuren het andere rif te bereiken.

Octopussen zijn dus heel bijzonder! Naast hun verbluffende intelligentie zijn ze ook in staat om hun huid te veranderen in alle kleuren van de regenboog, om zo de ultieme camouflage te creëren. Bovendien gebruiken ze het principe van de straalmotor om zich bij gevaar uit te voeten te maken, waarbij ze dan ook nog eens een inktgordijn kunnen optrekken. Om dit allemaal mogelijk te maken, zijn ze uitgerust met drie harten en kolkt er blauw bloed door hun aderen heen. Als klap op de vuurpijl bezit het octopusgenoom meer dan 33 duizend eiwitcoderende genen! Dat zijn er tienduizend meer dan het menselijk genoom. Octopussen lijken wel buitenaardse wezens!