Hij lijkt op een wezentje uit een sciencefictionfilm. Of zijn vormen doen je denken aan een Stealth fighter; de onzichtbare bommenwerper van de Amerikaanse luchtmacht die met vervroegd pensioen is gegaan.
De geelgelijnde pijlkrab Stenorhynchus seticornis, het beestje waar we het hier over hebben, is daarentegen geenszins uitgerangeerd. Miljoenen jaren van evolutie hebben hem zo geboetseerd, dat hij nog oneindig lang meekan. De geelgelijnde pijlkrab heeft een driehoekig lichaam en een extreem puntige kop. Hier heeft hij dan ook zijn naam aan te danken. Over zijn lichaam en poten lopen gele lijnen, waarmee het andere deel van zijn naam verklaard wordt.
De naam krab kan voor verwarring zorgen. Je denkt namelijk eerder met een spinnetje vandoen te hebben. Het krabje heeft abnormaal lange poten, hetgeen hem dus op een spin doet lijken. Krabben hebben vier paar looppoten en één paar scharen. Spinnen daarentegen hebben vier paar poten. De schaartjes van de geelgelijnde pijlkrab hebben een prachtige paarse kleur waardoor het net lijkt alsof hij twee handschoentjes aan heeft. Ook zijn ogen zijn bijzonder; als twee grote speldenknoppen sieren ze de flanken van zijn kopje op.
Het is niet voor niets dat de kijkertjes van de geelgelijnde pijlkrab fors zijn; het zijn namelijk nachtdieren. Om het schaarse nachtlicht op te vangen, zijn grote ogen noodzakelijk. Overdag verschuilen de krabjes zich, om uit het zicht van predators te blijven. Maar als de zon plaatsmaakt voor de maan, kruipen de schaaldiertjes uit de spleten en kieren van het rif; op zoek naar voedsel.
Naast het feit dat geelgelijnde pijlkrabben aaseters zijn, zijn het ook actieve jagers. Om borstel- en platwormen, hun favoriete kostje, op te sporen trippelen ze als drukke baasjes over het rif. Dit getrippel ziet er enerzijds gracieus en anderzijds komisch uit. Hebben ze eenmaal een slachtoffer te pakken, doet hun manier van eten dat op die van ons lijken; met de ene schaar houden ze het wormpje vast en met de andere knippen ze daar kleine stukjes vanaf, waarna deze naar de monddelen worden gebracht.
Het effectief verknippen van borselwormen door geelgelijnde pijlkrabben is ook fijntjes door aquariumbezitters opgemerkt. Borstelwormen kunnen namelijk een echte plaag vormen in vissenbakken. Aquarianen laten dan ook maar al te graag geelgelijnde pijlkrabben los in hun aquaria om borselwormen te elimineren!
Om aan zijn kostje te komen, doodt de geelgelijnde pijlkrab niet alleen prooidieren, hij verzorgt ook roofdieren. De geelgelijnde pijlkrab behoort namelijk tot het zogenaamde poetsgilde. Naast poetskrabben, bestaan er ook poetsvissen en poetsgarnalen. Het poetsen vindt plaats op zogenaamde poetsstations. Poetsstations worden gezien als veilige havens waar de relatie prooidier versus roofdier even wordt geparkeerd. De poetsbeesten verwijderen bij de te poetsen beesten alle parasieten en dode huidcellen. Op deze manier ontstaat er voor beide partijen een voordeel; een voedselbron versus verlost-zijn-van-vervelend-microgespuis.
Als de geelgelijnde pijlkrab aan het aaseten, jagen of poetsen is, wil hij niet gestoord worden; het zijn uiterst territoriale beestjes als het om soortgenoten gaat. Daar willen ze maar al te graag een potje mee knokken. Waar ze niet graag mee vechten, zijn de predators die het op hen gemunt hebben; daar vluchten ze liever voor. Ze hebben zelfs de mogelijkheid om poten af te werpen om aan belagers te ontkomen. Ook hagedissen en insecten bedienen zich van zelfamputatie; echter bij hen zullen poten en staarten nooit helemaal teruggroeien.
Als het om de liefde gaat, zit de geelgelijnde pijlkrab uiteraard niet in de vechtmodus. Gedurende het paren, houdt het mannetje het vrouwtje tegen zijn buik en poneert een spermapakketje in haar. Het vrouwtje draagt vervolgens de eitjes bij zich net zolang totdat ze op het punt staan om uit te komen. Er kruipen dan geen mini-krabjes uit de eitjes; de pijlkrab kent namelijk verschillende larvale stadia die buiten het ei plaatsvinden. Als de doorzichtige krab-larfjes uitkomen, zwemmen ze naar het wateroppervlakte toe alwaar ze zich tegoed doen aan plankton. Nadat alle stadia doorlopen zijn en ontelbaar veel verschalingen plaatsgevonden hebben, ontstaat er een volwassen krabje die op zijn beurt tot voortplanting in staat is.