‘Zwemmende kubussen en zwemmende driezijdige prisma’s’. Zó zou je koffervissen nog het beste kunnen omschrijven. Het leeuwendeel van de vissoorten heeft een langwerpig, zijwaarts afgeplat lichaam. Maar dat geldt dus niet voor koffervissen; zij bezitten vormen die we ook terugvinden in de blokkendoos van spelende kleuters.
Uiteraard is een vierkantig of driehoekige lichaamsvorm vanuit een hydrodynamisch perspectief geen optimaal design om hoge snelheden mee te genereren. En vaak is dát wel nodig; als prooivissen op de (schubben)huid worden gezeten door een roofvissen is rapheid van levensbelang.
Hoe lost de koffervis dit op?
Het antwoord zit hem in de schubbenhuid!
De huid van de koffervis bestaat uit talloze zeshoekige benige schubben die een optimale sterkte in combinatie met een zeer laag gewicht geven. Tezamen vormt het een gepantserd harnas waar het voor predatoren geen doorkomen aan is. Het ondoordringbare corset van de koffervis kent alleen uitsparingen voor zijn muil, ogen en vinnen. Alles bij elkaar is het vergelijkbaar met een geharnaste middeleeuwse ridder.
Sommige mensen zien dit geharnaste schepsel maar al te graag op hun bord. De filet althans. En daar begint de schoen te wringen. Want het is namelijk helemaal geen sinecure om tot bij het malse koffervisvlees te komen. Alleen een vaardige kok kan zijn mes succesvol door een granaathard koffervislijkje navigeren om zo het begeerlijke vlees bloot te leggen. Daarbij moet hij de nodige spierkracht gebruiken. Vergelijkbaar met het openwrikken van een oester.
De gespikkelde koffervis een lid van de koffervisfamilie die zich ophoudt in de Caribische Zee. Deze driehoekige koffervissoort heeft een donkere grondkleur met opvallende witte stippen. Ondanks het logge voorkomen beweegt de gespikkelde koffervis zich met militaire precisie door de waterkolom heen. Ze bezitten een sublieme wendbaarheid. Ze hebben zelfs een draaicirkel van bijna nul graden. Deze eigenschap heeft de fantasie van maritieme ingenieurs op hol doen slaan. De gespikkelde koffervis heeft dan ook model gestaan voor de ontwikkeling van mini-robots die in onderwaterpijpleidingen kunnen controleren of er lekkages en andere problemen zijn.
Als onderwaterkolibries fladderen gespikkelde koffervissen met hun borstvinnen over de zeebodem op zoek naar prooi. Prooien die vaak diep verscholen zitten in de zandlaag van de oceaanbodem. Maar daar zijn ze niet veilig voor de gespikkelde koffervis. Gespikkelde koffervissen zijn namelijk gewapend met een getuite bek. Deze karakteristieke bek gebruiken ze als een hogedrukspuit waarmee ze de oceaanbodem onder vuur nemen en omwoelen. Wormen, slakken, kreeftjes en garnalen komen op deze manier binnen het bereik van de gespikkelde koffervis.