Gevlekte poetsgarnaal

De film Finding Nemo heeft ervoor gezorgd dat veel rifbewoners bekendheid verwierven onder het grote publiek. Clownvissen, Picasso doktersvissen, feeënbaarzen, schopvissen, groene zeeschildpadden en gevlekte poetsgarnalen werden de nieuwe sterren van het witte doek. Met name de roem van clownvis steeg tot ongekende hoogte. De hoofdrolspeler van Finding Nemo, Nemo, is een clownvis. Wat de leeuw is voor de Afrikaanse savanne, de kangoeroe voor de Australische steppe werd de clownvis voor het koraalrif. De clownvis is bekend onder de naam driebandanemoonvis. De spijker op z’n kop. Zowel het uiterlijk als de leefplek worden prima in deze naam verwoord.

Helaas was er ook een keerzijde aan de populariteit van de rifsterren. Plotseling wilde ieder kind een clownvis in zijn viskom hebben. Er ontstond een ware run naar deze fraai gekleurde oceaanbewonertjes. Om de viskommen in het Westen te vullen met clownvissen, werden ze in het Verre Oosten massaal uit het rif geschept. De populatie wilde clownvissen kwam onder grote druk te staan. De gevangen clownvissen ging het niet veel beter af. Die werden massaal in tureluurs makende ronde visverblijven gepropt. Gelukkig is de hype nu weer voorbij.

Voor het figuurtje Jacques uit de bovengenoemde animatiefilm stond de gevlekte poetsgarnaal model. Als je auto modderig vies is en je kunt niet meer door de voorruit kijken omdat het zicht belemmerd wordt door een kerkhof van vlieglijkjes, kun je je heilige koe simpelweg door een wasstraat trekken en alles glimt en blinkt weer als van ouds. Vissen moeten ook zo nu en dan worden schoongemaakt. Niet van modder, maar wel van dode huidcellen, algen en parasieten. Om dit probleem op te lossen, kunnen vissen zich wenden tot zogenaamde poetsstations. Bij poestsstations zijn allerlei poetswezens werkzaam waaronder de genoemde gevlekte poetsgarnaal. Dit oogverblindende miniatuur wezentje is transparant, maar wel met prachtig gekleurde vlekken.

Evenals bij de clownvis is de zeeanemoon de woon- en werkplek van de gevlekte poetsgarnaal. Ze ontdoen de zeeanemoon van dode cellen en parasieten als wederdienst voor hun veilige onderkomen. De meeste schoonmaakvisjes of andere organismen moeten in actie komen als ze willen eten, maar de gevlekte poetsgarnaal blijft op zijn plekje zitten en wappert alleen maar met zijn antenne om de aandacht van visjes te vragen. De geïnteresseerde visje togen vervolgens naar de zeeanemoon om een behandeling te ondergaan van de daar wachtende gevlekte poetsgarnaal.

Sommige vissoorten laten zelfs de gevlekte poetsgarnaal hun ivoren wachters passeren om het nodige floswerk te verrichten. Ze mogen dus hun schoonwerkzaamheden uitvoeren in de mondholte. Het garnaaltje moet wel oppassen bij welke vis hij deze intieme dienst aanbiedt. Het is een kwestie van vertrouwen. Als de te-tandflossen-vis zijn kaken sluit en slikt, is de gevlekte poetsgarnaal uitgepoetst én uitgeleefd. Een valse klant dus. Daarnaast bestaan er ook valse poetsvissen. Valse poetsvissen hebben de identiteit aangenomen van echte poetsvissen en kunnen in die hoedanigheid de te-schrobben-vissen gemakkelijk benaderen. Eenmaal dicht genoeg genaderd, hapt een valse poetsvis doodleuk een gezond stuk weefsel uit zijn cliënt en maakt zich dan razendsnel ‘uit de vinnen’. Een pislinke vis achterlatend.

De gevlekte poetsgarnaal heeft overigens totaal geen angst voor nieuwsgierige snorkelaars en duikers. Zelfs als je een handreiking doet naar het kleine onderwaterdiertje, bestaat er een kans dat hij op jouw hand kruipt om vervolgens een gratis manicure-behandeling te geven!