‘Eng ogende beesten, ziekteverspreiders en bloedzuigers’, dát zijn dé woorden die bij mensen door het brein schieten als ze aan vleermuizen denken. Laten we deze hardnekkige gedachtes maar eens nader onder de loep nemen!
Om gevoelens van affectie en genegenheid bij mensen op te wekken, hebben vleermuizen hun uiterlijk inderdaad niet mee. Mensen zwijmelen eerder weg bij ontroerende panda’s en pluisachtige zeehondjes; diersoorten met een torenhoge aaibaarheidsfactor. Echter; de hoekige gelaatstructuren, buitenproportioneel grote oren en de verfrommelde neuzen van vleermuizen voldoen dan wel niet aan menselijke schoonheidsidealen, ze vormen wel de noodzakelijke onderdelen van een uiterst efficiënt zintuig om voorwerpen mee te kunnen lokaliseren. Via deze echolokalisatie navigeren vleermuizen door het luchtruim en jagen ze op prooien.
Verschillende dierensoorten kunnen drager zijn van voor mensen ziekmakend micro-gespuis. Iemand die door een teek geënterd is, mag hopen dat deze parasiet op zijn beurt niet geparasiteerd is door de Lymeziektebacterie. Deze venijnige microbe heeft het namelijk op ons zenuwstelsel gemunt, dat hij op een vakkundige manier afbreekt. Met alle destrasteuze gevolgen van dien!
Hondsdolheid wordt direct geassocieerd met honden, vossen en vleermuizen. Hoewel maar een zeer beperkt percentage van de Pluto’s, Reintjes en Batman’s besmet is met het rabiësvirus, zit de schrik er goed is. Wie wel eens beelden heeft gezien van een in de razernij-fase verkerende hond die aan rabiës lijdt, kan abrupt een honden-, vossen- en vleermuizenfobie ontwikkelen! Angstaanjagend!
De hardnekkigste associatie die mensen met vleermuizen maken, is dat het bloeddorstige Dracula’s zijn die voor de fatale nekbeet gaan als mensen in dromenland verkeren. In dit kader kan direct de zegswijze ‘de minderheid verpest het voor de meerderheid’ van stal gehaald worden. Want slechts drie van de elfhonderd vleermuissoorten moeten regelmatig bloed tanken om hun motortjes aan de praat te houden. Als bloedtankstations fungeren grote zoogdieren als tapirs, runderen en varkens. Mensen zijn ook grote zoogdieren, maar doen zelden dienst als bloeddonor voor bloedminnende vleermuizen.
De soortnamen van de bloeddrinkende vleermuizen dragen allemaal het woord ‘vampier’ in zich (gewone vampier, ruigpoot vampier en witvleugelvampier), hetgeen ook niet aan een positieve beeldvorming bijdraagt. Des te verwarrend is het dat een vruchtenetende vleermuissoort, ook het woord ‘vampier’ in zich draagt: de Jamaicaanse vruchtenvampier. Een contradictio in terminis in optima forma! De Jamaicaanse vruchtenvampier is de meest voorkomende vleermuissoort van de Caribische archipel die voor het eerste beschreven werd op het Rastafari-eiland, Jamaica.
De belangrijkste voedingsbron van de Jamaicaanse vruchtenvampier vormen vijgen. Als hij niet slaapt, is hij op zoek naar vijgenbomen. Pitten gebeurt overigens in grotten en rotsspleten. Bij het zoeken van vijgenbomen hanteert het beest een actieradius van ongeveer 15 kilometer vanaf de slaapplaats. Als er een geschikte vijgenboom is gevonden, plukt de Jamaicaanse vruchtenvampier snel een vijg en fladdert ermee naar een tijdelijke eetplaats. Nadat hij een ferme hap van de vrucht heeft genomen, kauwt hij op de pulp. Vervolgens maakt de vleermuis van zijn tong en gehemelte een natuurlijke citruspers. Door zijn tong tegen de gewelfde bovenzijde van de mondholte te drukken, wordt het zoete sap uit de pulp geperst. Wat overblijft wordt op de grond gegooid. Zo vindt de verspreiding van vijgenzaadjes plaats.
De Jamaicaanse vruchtenvampier is in het bezit van een van de meest efficiënte verteringsprocessen van het dierenrijk. De voedselroute van ‘mond tot kont’ neemt slechts 30 minuten in beslag. Het verteringsproces verloopt zo snel dat men aanneemt dat er geen microbiële fermentatie plaatsvindt. Dat is goed nieuws voor vijgenzaadjes. Deze passeren vrijwel ongeschonden het maagdarmkanaal en worden uiteindelijk door de poepende vleermuis wijdverspreid.
Tijdens het zoeken van vijgenbomen kan de Jamaicaanse vruchtenvampier gehinderd worden door zware regenval of fel zonlicht. Daarnaast liggen er immer predatoren op de loer. Om deze ellende te omzeilen, kunnen de vleermuizen een veilig ‘tentje’ maken door de nerf van een palmblad door te bijten en het blad dicht te slaan. Mocht een Jamaicaanse vruchtenvampier toch op de korrel worden genomen door een rover, hanteert men in Jamaicaans vruchtenvampierland het NAVO-motto: een aanval tegen een lid van de groep wordt beschouwd als een aanval op allen. In plaats dat de predator zich in alle rust tegoed kan doen aan vleesmuizenvlees, wordt hij door alle leden van de vleermuisfamilie fel op de huid gezeten!