Lederschildpad

De ultieme zwemmachine!

Zó zou je de lederschildpad nog het beste kunnen omschrijven. Een reusachtig waterreptiel met de grootte van een klein formaat auto en een kop zo groot als een voetbal. Deze tot 1000 kilogram wegende zeekolosssen hebben een 3 meter lange romp in de vorm van een druppel met peddelvormige voorpoten met een spanwijdte van ruim 2,5 meter.

De roeiende voorpoten kunnen de snelheid opschroeven tot meer dan 40 kilometer per uur. Daarmee bivakkeert de lederschildpad in de hoogste regionen van de snelste reptielen ter wereld. Die snelheid is hard nodig. Lederschildpadden leggen namelijk jaarlijks enorme afstanden af. Duizenden zeemijlen. Het zijn ware kosmopolieten die pendelen tussen koele foerageergebieden en tropische voortplantingswateren.

In de foerageergebieden leeft het lievelingskostje van de lederschildpad. Kwallen. Hoogst merkwaardig natuurlijk. Dat de motor van dé oceaanmarathonzwemmer getankt wordt met kwallen. Kwallen die voor het leeuwendeel uit water bestaan en nauwelijks voedingsstoffen bevatten. Je zou eerder denken dat de lederschildpad zich tegoed zou doen aan moddervette zalm en makreel om genoeg brandstof te creëren om de voorpoten onafgebroken te kunnen blijven rondmalen. Er moeten dus dagelijks heel veel glibberbeesten verslonden worden om daar de noodzakelijk energie uit te kunnen oogsten. Kwallen die overigens niet vermalen worden door de tanden van lederschildpad, maar verknipt door hun vlijmscherpe, snavelvormige bek.

Naast het feit dat kwallen bar weinig brandstof bevatten, bevinden ze zich ook in ijskoud poolwater. Hoe kan een reptiel als de lederschildpad daar overleven? Reptielen zijn immers koudbloedig en moeten dagelijks zonnebaden om de interne thermostaat te reguleren! De lederschildpad is echter een uitzondering in het reptielenrijk. De doorlopende, roeiende voorpoten zorgen niet alleen voor constante voortstuwing, maar ook dat er enorm veel bewegingswarmte vrijkomt. Deze warmte wordt keurig aangewend om de lichaamstemperatuur op peil te houden.

Kwallen bevinden zich in alle lagen van de waterkolom. Ook in de diepte. Maar ook daar zijn ze niet veilig voor vraatzuchtige lederschildpadden. De prehistorisch ogende beesten zijn niet alleen de zwemmachines van de oceaan, maar ook de duikboten. Zij kunnen afdalen tot een diepte van 1200 meter! Op deze diepte heerst een enorme druk. Een druk die alle overige zeeschildpadsoorten direct laat imploderen! Doet verpulveren! Maar ook daar heeft de lederschildpad zich op weten aan te passen. In tegenstelling tot alle andere zeeschildpadden is het rugschild van de lederschildpad niet gemaakt van hoorn, maar van leder. Dan wil zeggen, een lederachtige substantie. Dankzij dit stugge bindweefsel kan hij de astronomische onderwaterdruk van 100 bar die op 1000 meter diepte heerst, nog navertellen.

Eens in de twee jaar wordt een lederschildpad aan slechts 1 bar blootgesteld. Dat is het moment dat de lederschildpadvrouwtjes de oceaan verlaten om op het strand honderden eitjes af te gaan zetten. Op het strand heeft het vrouwtje alleen te maken met luchtdruk. De volwassen mannetjes lederschildpadden daarentegen blijven hun hele leven lang in het water. Het feit dat de dames niet ieder jaar willen paren, leidt tot grote frustraties bij de heren. Om de hitsige Casanova’s van zich af te schudden, duiken de vrouwtjes naar grote dieptes. De mannetjes proberen te volgen. Vervolgens ontstaat er een strijd wie het langst zijn adem in kan houden en op die manier die ander kan verslaan.

Als het vrouwtje een kuil heeft gegraven op het strand en daarin ruim honderd eitjes heeft gedropt, kan zij weer terug naar de veilige oceaan. Voor het legsel begint echter dan een onzekere tijd. Eirovers staan in de rij om hun slag te slaan. Uit de niet geroofde nesten breken na 9 weken de babylederschildpadden uit hun benauwde onderkomens en beginnen de gevaarlijkste minuten van hun prille levens. Zij moeten namelijk vanuit het nest de relatief veilige oceaan zien te bereiken. Babyschildpadrovers proberen daar een stokje voor te steken waarbij het gevaar van alle kanten komt. Op het strand staan grote spookkrabben klaar om de jonge lederschildpadden in stukjes te knippen. Daarnaast worden ze vermalen door de kiezen van mangoesten, coyotes en talloze andere opportunisten. Vanuit de lucht duiken meeuwen en fregatvogels op de weerloze schildpadjes.

De gelukkigen die het water bereiken, zijn nog steeds verre van veilig. Jonge lederschildpadden kunnen namelijk nog niet duiken en dobberen kwetsbaar aan het wateroppervlakte hetgeen de aandacht trekt van tal van babylederschildpadbeminnende vogels. Bovendien zijn er tal van roofvissen die een vroegtijdig einde aan het jonge schildpaddenleven willen maken. Uiteindelijk zullen slechts enkele van de babylederschildpadjes tot volwassendom komen!