header image
 

Amfibieën

Op Sint Maarten leven verschillende soorten amfibieën.

cane-toad-1316007_1920

Roodsnuitboomkikker

De roodsnuitboomkikker (Scinax ruber) ressorteert onder de familie van de boomkikkers (Hylidae). In 1768 werd door Josephus Nicolaus de soort voor het eerst wetenschappelijk beschreven.

De roodsnuitboomkikker kan verschillende kleuren hebben: geel, zilvergrijs of grijs. Het is een amfibie met een slank, afgeplat lichaam. De snuit van het dier is spits. De dames zijn groter dan de heren. De lichaamslengte van de roodsnuitboomkikker ligt tussen 2,5 en de 4,0 centimeter.

De roodsnuitboomkikker leeft op het land. Gedurende de paartijd gaan de mannetjes heel hard roepen met als doel om een vrouwtje aan zich te binden. Tijdens het selectieproces van de vrouwtjes kijken ze naar de grootte van de mannetjes. Het vrouwtje heeft het liefst een mannetje dat 20% kleiner is. Dat heeft een duidelijke reden. Er ontstaat dan namelijk een nauwer contact met de cloaca. Hierdoor treedt er een betere bevruchting plaats met meer eieren. Door de eieren over de poel te verdelen wordt de kans verkleind dat ze ten prooi vallen van predatoren.

Cubaanse boomkikker

De Cubaanse boomkikker (Osteopilus septentrionalis) ressorteert onder de familie van de boomkikkers (Hylidae). In 1841 werd door Duméril & Bibron de soort voor het eerst wetenschappelijk beschreven.

De Cubaanse boomkikker kan maximaal doorgroeien tot een lengte van 14 centimeter. Dat is voor een boomkikker groot. Het is zelfs de grootste boomkikker van Noord-Amerika. Er is wel een verschil in grootte tussen de mannetjes en de vrouwtjes. De mannetjes zijn namelijk een stuk kleiner. Bovendien leven de mannetjes ook een stuk korter dan de vrouwtjes. Over het algemeen heeft de Cubaanse boomkikker een diep koperbruine kleur. Maar ze zijn in staat om die kleur te veranderen tot groen, lichtbruin en zwart. De Cubaanse kikker heeft lange tenen, grote hechtschijven, grote ogen en een spitse snuit. Bovendien is het een slank diertje met grote hechtschijven en trommelvliezen.