Tarpoen

Sommige vissen hebben geluk! Zij worden culinair niet gewaardeerd en dientengevolge door mensen met rust gelaten. Smakelijke vissoorten zoals makrelen daarentegen hebben pech! Zij worden door ons fel op de schubbenhuid gezeten. Heel vroeger gebeurde dit met eenvoudige hengeltjes, tegenwoordig fabrieksmatig. Het vissersgilde zet varende visfabrieken in om miljoenen kilo’s vis aan oceanen en wereldzeeën te onttrekken.

Bovengenoemde makrelen scholen instinctief samen om minder kwetsbaar te zijn voor predatie. Door dit gedrag maken ze het echter hun opperrover wel heel erg gemakkelijk: mega-vistrawlers hoeven alleen nog maar hun kilometerslange netten te midden van een school van ontelbaar veel makrelen te laten zakken, om hun slag te slaan. Eenmaal aanboord getakeld wordt de onfortuinlijke vis direct verwerkt en diepgevroren.

Nee, dan kun je maar beter een tarpoen zijn. Deze grote vissoort bevat zoveel graatjes dat geen enkele viskraameigenaar het in z’n hoofd zal halen om tarpoenfilet in zijn assortiment op te nemen.

Ontspringt de tarpoen hiermee dus de dans?

Nee!

Mensen bejagen vissen namelijk niet alleen voor consumptie, maar ook voor fun.

Sportvissen dus!

Willen professionele vissers het liefst zo min mogelijk inspanning leveren om hun buit veilig te stellen, bij sportvissers is het juist het omgekeerde. Zij willen zoveel mogelijk strijd leveren om een gevangen vis te laten ‘landen’. Sportvissers willen vechten!

Nou, dan zijn ze bij de tarpoen aan het juiste adres. Het zijn ultieme vechtvissen.

Vanaf het moment dat de tarpoen aan de haak is geslagen, begint het duel. Het beest zal direct de diepte induiken, de vislijn meesleurend. De werpmolen ratelt als een bezetene als de vislijn zich ontrolt. Dit gaat letterlijk in een verschroeiend tempo; de vonken spatten ervanaf.

Vervolgens begint het spel van het indraaien én vieren van de vislijn. Hierbij raast de vis alle kanten op; snel de diepte in en weer rap naar het oppervlakte, om vervolgens weer vliegensvlug naar links en rechts te schieten. Bij tijd en wijle ontstaat er een enorme kromming in het bovenste deel van de hengel. Op zo’n moment hoopt de visser dat de producent zijn materiaal door en door heeft getest voordat hij het in de markt heeft gezet.

De kunst van vissen is om het dier dusdanig uit te putten dat hij zichzelf uiteindelijk gewonnen geeft. Maar dat opgeefpunt ligt bij tarpoens ver weg. Heel ver weg. Bovendien kan het zilveren gevaarte nog altijd met een laatste truc op de proppen komen: zichzelf uit het water lanceren! Tijdens dit ‘airborn’ gaan, onttrekt zich toch maar even een slordige 160 kilogram vis aan de zwaartekracht. Eenmaal in de lucht zet het kolossale beest een zogenaamde ‘death roll’ in. Hierbij spint de tarpoen razendsnel in zijn lengte-as waarbij hij een duizelingwekkend aantal wentelingen maakt. Bovendien schudt hij wild met zijn kop. Het is wel duidelijk dat het vistuig dan maximaal getest wordt en bijkans op springen staat. Dit is de fase in de strijd dat de spieren van de visjager volledig verzuurd raken.

Om het gevecht met de visser te kunnen volhouden, schreeuwen de lichaamscellen van de tarpoen om zuurstof. Uiteraard werken de kieuwen ten volle om aan deze behoefte te voldoen. Daarnaast bezitten tarpoens een primitief longsysteem, hetgeen zeer uitzonderlijk voor vissen is. In de zwemblaas van de tarpoen bevindt zich longachtig weefsel dat uitgebreid doorbloed is. Tarpoens kunnen hierdoor in zuurstofarm water, atmosferische lucht ademen. Dit geeft hen een voordeel boven concurrerende vissen in een omgeving met een karig zuurstofgehalte. Maar ook in de strijd met de zeevisser kan hij hierdoor gedurende zijn ‘vliegmomenten’ gewoon zuurstof blijven opslurpen!