Oxymoron!
Dit lijkt een betekenisloos fantasiewoord, maar is dat niet.
Met oxymoron wordt namelijk een stijlfiguur bedoeld waarbij twee woorden worden gecombineerd die elkaar in letterlijke zin tegenspreken. Zee-land, vakantie-werk en vol-ledig zijn voorbeelden van oxymorons.
Past ‘verpleegster-haai’ ook in dit rijtje?
Deze twee woorden lijken elkaar namelijk ook te bijten!
Verpleegsters zijn hulpverleners die met alle liefde van de wereld hulpbehoevenden verzorgen. Zij proberen hen zo ver mogelijk bij de dood vandaan te houden. Haaien daarentegen zijn roofvissen die mede-oceaanbewoners verre van willen pamperen. Zij jagen hen liever direct de dood in.
De verpleegsterhaai is een op-en-top predator!
Alhoewel: het is wel een haaiensoort met twee gezichten. Overdag zit de verpleegsterhaai namelijk in een totaal andere modus dan ’s nachts: passief versus actief.
Als de zon het koraalrif verlicht doen verpleegsterhaaien geen vlieg kwaad en zijn het echte ‘bankhangers’. Ze zijn dan inactief en rusten in grote groepen in richels en spleten. Vaak met tientallen exemplaren tegelijkertijd. Soms zijn ze daarbij zelfs gestapeld. Bewegingsloos laten ze de uurtjes wegtikken.
Roerloosheid en haaien laten zich overigens maar moeilijk verenigen. Vrijwel alle haaiensoorten moeten blijven zwemmen om in leven te blijven. Pas dan kan er zuurstofrijk oceaanwater door de kieuwen stromen. Verpleegsterhaaien zijn echter in staat om water actief over de kieuwen heen te pompen en dus zonder een vin te verroeren niet te verdrinken!
Vanaf het moment dat het gaan schemeren worden verpleegsterhaaien actief en zetten ze de jacht in. Het voordeel van ’s nachts jagen is dat er dan ook prooidieren in beeld komen die overdag te snel zijn. Verblijven ze gedurende dag nog gezellig bij elkaar, jagen doen ze alleen. De verpleegsterhaai is een bodemhaai die vlak over de zeevloer heen zwemt. Daarnaast kan hij ook zijn borstvinnen gebruiken als ‘pootjes’ waarmee hij over de bodem ‘kruipt’. Op het menu van verpleegsterhaaien staan schaaldieren, manteldieren, zeeslangen, vissen en pijlstaartroggen. Vaak hebben deze prooidieren zich verschanst in gaten en holen.
De verpleegsterhaai heeft dus twee taken te vervullen: het opsporen van prooien én ontzetten van opgespoorde prooien uit hun bastions. Voor beide klussen heeft het beest perfect en uniek gereedschap in huis. Zo heeft het smoelwerk van de verpleegsterhaai veel weg van dat van meervallen. Evenals deze zoetwaterrover heeft de verpleegsterhaai baarddraden langs zijn muil hangen. Deze levende antennes zijn in staat om iedere minuscule trilling van prooidieren te detecteren.
Daarnaast zitten zijn kaken boordevol met de ampullen van Lorenzini. Via deze electroreceptoren kan hij het geringste elektrische veld inzichtelijk maken. Prooien die een spiercontractie produceren komen zodoende op de radar van de verpleegsterhaai. Ook prooien die diep onder het zand zitten en zich niet verroeren ontsnappen niet aan dit uitermate verfijnde detectiemiddel. Zij produceren namelijk nog altijd een zogenaamde dipool. Dit verschil in gelijkspanning wordt ook keurig door de haai geregistreerd.
Als eenmaal een prooidier is gelokaliseerd treedt fase twee in werking: het slachtoffer uit zijn veilige onderkomen halen. Om dit te bewerkstelligen zet hij een uniek wapen in: een uiterst krachtige vacuümpomp! Daarvoor zijn twee anatomische eigenschappen noodzakelijk: kleine bek en een grote keelholte.
Deze kleine bek kan hij over de ingang van een prooiholletje plaatsen. Vervolgens vergroot hij zijn keelholte waardoor er een enorme vacuümkracht ontstaat. Hierdoor wordt de prooi met een verschroeiende snelheid uit zijn schuilplaats gezogen. De zuigkracht van de verpleegsterhaai is grootste zuigkracht gemeten in het dierenrijk. Het geluid dat daarbij ontstaat is te vergelijken met het geluid van smakkende baby’s die gezoogd worden. Aan deze eigenschap heeft het beest zijn naam te danken: verpleegsterhaai.
De verpleegsterhaai heeft een relatief kleine bek waardoor op het eerste gezicht een anatomische begrenzing lijkt aan de grootte van prooidieren die hij naar binnen kan slurpen. Maar door de enorme zuigkracht kunnen ook grotere prooien met veel geweld door de mondopening getrokken worden.
In de kaken van de verpleegsterhaai is ruimte voor duizenden vlagvormige tanden die in rijen van zeven staan opgesteld. Op deze tandvlakte worden de schelpenwoningen al malend verbrijzeld waarbij het schelpenvlees vrijkomt. En dat is nog niet alles! Schaal- en schelpdieren kunnen ook direct uit hun mobiele huisjes gezogen worden. Het favoriete kostje van de verpleegsterhaai is de grote kroonslag. Dit is een grote majestueus ogende slakkensoort. De verpleegsterhaai plaatst zijn bek over de opening van de woning van de grote kroonslak en laat de vacuümpomp zijn werk doen: het slakkenvlees schiet vervolgens de haaienslokdarm in!
Doordat verpleegsterhaaien overdag zo passief en benaderbaar zijn, hebben sommige onderwaterrecreanten de neiging om ze aan te raken en te aaien. Dit wordt ook nog eens aangemoedigd door de unieke huid van de beesten. Het leeuwendeel van de haaienhuiden voelt aan als grof schuurpapier waar je jezelf lelijk aan kunt bezeren. Het vel van verpleegsterhaaien daarentegen ervaart na aanraking als zacht en soepel. Vergelijkbaar met een dolfijnenhuid.
Soms loopt een knuffelpartij echter niet goed af en bijt het beest. Met een beetje pech zet hij dan ook nog de vacuümpomp aan en krijg je hem niet meer van je arm af. Als het nog een jonge verpleegsterhaai is, hebben slachtoffers de reflex bliksemsnel naar de kant te snellen voor hulp. Vanaf dat moment slaan echter de kieuwen van de haai dicht en wordt de vacuümkracht nog groter. Dat is het moment dat er een chirurg aan te pas moet komen om mens en dier van elkaar te scheiden.