Vuurworm

Soms maakt het brein een verkeerde taxatie. Zet hij je op het verkeerde been. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je een vuurworm in het vizier krijgt.

De vuurworm is een borstelworm met een grootte van meer dan 30 centimeter die gezegend is met hypnotiserende kleuren. Kleuren die het beest bovendien als een toverbal kan laten veranderen. Zo kunnen ze binnen een fractie van een seconde transformeren van betoverend oranjerood naar hemels geelgroen. Daarnaast is elk lichaamssegment van de vuurworm ingelegd met ‘paardenbloempluisjes’. Vuurwormen zien er schattig en pluizig uit.

Kortom, de vuurworm is een wezentje met een hoge aaibaarheidsfactor.

Maar, aaien is wel het laatste wat je moet doen!

Want die liefelijk ogende pluisbosjes blijken geen decoratieve functie te hebben. Het zijn vlijmscherpe, flinterdunne, holle stiletto’s met een angstaanjagende inhoud. Nee, de vuurworm is geen knuffelworm, maar een tot zijn tanden toe bewapende predator. Op het moment dat je een vuurworm aanraakt met je hand, penetreren er honderden stekeltjes je huid. Deze doorntjes pompen vervolgens gif in je lichaam en breken daarna af. Het resultaat van dit alles is een brandende pijn. Het lijkt net alsof je knuist in vuur en vlam staat, vandaar de naam vuurworm.

Het leeuwendeel van de borstelwormen is nachtactief. Dat heeft een reden. Ze hebben dan een grotere kans om te overleven en niet ten prooi te vallen aan rovers. Maar dat geldt niet voor de vuurworm. Die heeft amper vijanden. Hij hoeft alleen maar te hopen dat er geen vraatzuchtige slakken op zijn pad komen. Deze weekdieren zijn namelijk niet onder de indruk van het wapenarsenaal van de vuurworm. Zij vreten de vuurwormen met huid en ‘pluis’ op.

Vuurwormen zijn constant op zoek naar vlees. Dead or alive. Als een pantserrupsvoertuig raggen ze over het onderwaterterrein heen. Niets en niemand ontziend. Neteldieren als koraal en zeeanemonen behoren tot hun lievelingskostje. Op het koraal laten ze dood en verderf achter. Vuurwormen trekken namelijk de koraaldiertjes uit hun robuuste schuttersputjes en luiden daarmee hun dood in.

Daarnaast kunnen er op de vuurwormen bepaalde bacteriën meeliften die het hebben gemunt op de kalkwiertjes. Kalkwiertjes en koraaldiertjes vormen tezamen het koraal. De bacteriën zijn echte koukleumen. Gedurende de winter trekken ze zich lafjes terug in de vuurwormen om zich te warmen aan lichaamswarmte van de gastheren. Op het moment dat de zeewatertemperatuur weer stijgt, laten de microben zich weer netjes door vuurwormen naar het koraal taxiën om daar de kalkwiertjes in de pan te hakken. Het koraal wordt er bleekjes van.

Zogezegd lusten vuurwormen ook wel pap van zeeanemonen. Echter, niet alle zeeanemonen laten zich zomaar wegvreten door vuurwormen. Zo heeft de geringde zeeanemoon een lijfwacht in dienst. De rode pistoolgarnaal leeft tussen de tentakels van de genoemde anemoonsoort en staat zijn mannetje als er ongewenste gasten op het terrein komen.