389 kilometer per uur!
Dát is de topsnelheid waarmee een slechtvalk zich uit de lucht laat vallen. Daarmee is deze roofvogel de snelste vogel van het luchtruim. Het snelste dier ter wereld zelfs!
De slechtvalk heeft een optimaal design om zo’n maximale snelheid te ontwikkelen. De ontwerpers werden er wel toe gedwongen. Duiven zijn de oorzaak. Bovenaan de menukaart van de slechtvalk prijkt namelijk de duif. Duiven kunnen echter in de horizontale vliegrichting hard vliegen. Snelheden van 130 kilometer worden met het grootste gemak gehaald. Dat kan de slechtvalk echter niet bijbenen, dus moest er een list verzonnen worden. De oplossing lag in een verticale aanval. Doordat dan de zwaartekracht een duitje in het zakje doet, kan de snelheid enorm oplopen en maakt het vrije-val-makende-vliegebeest een kans om op een nietsvermoedende duif te ploffen!
Om de slechtvalk aërodynamisch te maken, is hij uitgerust met twee pijlvormige vleugels die elkaar boven de staart kruisen. In de neusgaten zitten bovendien speciale kegeltjes die de inkomende luchtstroom reguleren en geleiden. Hierdoor worden de longen niet opgeblazen en kan de slechtvalk gewoon door blijven ademen. De luchtvaart heeft overigens handig van deze eigenschap gebruik gemaakt. Door ook kegels in de luchtinlaat van straalmotoren te plaatsen, kon men de luchtinstroming efficiënter maken en daardoor harder vliegen.
109 kilometer per uur!
Dát is de topsnelheid waarmee een zeilvis door het water snijdt. Daarmee is deze roofvis de snelste vis van de oceaan. De zeilvis heeft een gestroomlijnd torpedovormig lijf waarbij de meeste kracht in de staartaanzet wordt gegenereerd. Hierdoor ontstaat in het water een achterwaartse druk die het beest door het water doet spuiten. Door de naam ‘zeilvis’ word je wel op het verkeerde been gezet. Als een zeilboot wind in de zeilen krijgt, vaart hij maximaal vooruit. Als een zeilvis daarentegen maximaal vooruit wil, moet hij juist zijn zeil laten zakken. Hij kan zijn zeil opvouwen in een groef in zijn rug. Met het ‘zeil’ van de zeilvis wordt overigens zijn zeilvormige rugvin bedoeld.
104 kilometer per uur!
Dát is de topsnelheid waarmee een jachtluipaard over de Afrikaanse savanne racet. Daarmee is dit roofdier het snelste landdier. Ieder onderdeel van het jachtluipaard is optimaal ontworpen om er een racemonster van te maken. Lange poten, lichte botten, fors hart en grote longen. Het versnellingsvermogen van een jachtluipaard ongeëvenaard. Het is namelijk viermaal zo groot als dat van topsprinter Usain Bolt.
30 kilometer per uur!
Dát is de topsnelheid waarmee het wenkpootje over de Caribische eilanden raast. Daarmee is het wenkpootje de snelste hagedis van de Caraïben. Het wenkpootje is overigens niet het snelste reptiel ter wereld. Deze eer is weggelegd voor de baardagame. Als deze Australische hagedis de gaskraan maximaal openzet, wordt ruim 40 kilometer per uur aangetikt.
In tegenstelling tot de bovengenoemde roofvogel, roofvis en roofkat, zet het wenkpootje zijn snelheid niet in om aan zijn kostje te komen. Hij probeert juist door zijn snelle vaart te vóórkomen dat hij het kostje wordt. Door zijn opvallende kleurenpak zet hij zich overigens wel nadrukkelijk in de prooi-etalage. Niet voor niets staat hij in het Engelse taalgebied te boek als ‘rainbow whiptail’. Doordat zijn huid gekleurd is met alle kleuren van de regenboog, kan alleen een kleurenblinde predator hem nog over het hoofd zien.
De Nederlandse naamgever werd echter geïnspireerd door het specifiek gedrag van het beest. Wenkpootjes beschikken over een heel arsenaal mogelijkheden om met elkaar te communiceren. Visuele communicatie is daar één van. Alternerend worden de pootjes opgericht en wordt er dus met de pootjes gewenkt. Voor wenkpootjes is het van groot belang dat ze over goede communicatie skills beschikken. Het aantal wenkpootjes per oppervlakte-eenheid kan namelijk heel erg groot zijn. Het kan werkelijk krioelen van de wenkpootjes.