Orléans ligt aan de oostkant van Frans Sint Maarten. Orléans ligt op een afstand van 3,5 kilometer (via de N7) ten noorden van Lower Prince’s Quater. Lower Prince’s Quater is de grootste stad van Nederlands Sint Maarten.
Als je naar Orléans gaat, moet je beslist een bezoekje brengen aan de vlindertuin. De meest kleurrijke vlinders vliegen dan voor je ogen.
Orléans ligt op een afstand van 6,1 kilometer (via de N7) ten zuiden van Grand Case. Grand Case is de grootste badplaats van Frans Sint Maarten. Als je de N7 in westelijke richting vervolgt, kom je uit in Marigot, de hoofdstad van Frans Sint Maarten.
Orléans wordt ook wel French Quarter (Quartier-d’Orléans, Quartier-d’Orleans) genoemd. Orléans telt ruim vijfduizend inwoners en is daarmee qua inwonersaantal de vierde stad van Frans Sint Maarten. Aanvankelijk heette het plaatsje Quartier-d’Orient, vernoemd naar Baie Orient. Baie Orient (Orient Bay) is een baai die vlak de buurt ligt. Om de jongere broer van de Franse koning te eren is de naam echter veranderd naar Quartier-d’Orléans. De broer van de Franse koning was de hertog van Orléans.
Orléans was de eerste nederzetting van Franse kolonisten op Sint Maarten en daarmee het oudste dorpje van het hele eiland uit de Nieuwe Wereld. Orléans dateert uit 1648. Paradoxaal genoeg werd het plaatsje gesticht pal naast een dorpje van de Oude Wereld. Een dorpje waar dus de oorspronkelijke bewoners van Sint Maarten woonden, de indianen. De Franse kolonisten begonnen met het verbouwen van tabak en planten waar indigo uit gewonnen kon worden. Indigo is een pigment met een prachtige blauwe kleur. Vanaf 1660 verrezen er in Orléans ook suikerrietplantages. In de 19de eeuw liep het bewonersaantal sterk terug, maar sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw groeide het aantal bewoners weer sterk. Sint Maarten werd sinds die tijd een belangrijke toeristische bestemming en Orléans werd hier in meegetrokken. In Orléans kun je een heel oude West-Indische woonhuisjes aanschouwen.
Orléans is in het bezit van verschillende authentiek gekleurde West-Indische woonhuisjes. Bovendien zijn er in het plaatsje drie kerken te bekijken. Net buiten de dorpsgrenzen ligt een vlindertuin (La Ferme des Papillons, Butterfly Farm, Vlinderboerderij). Een bezoek aan deze vlindertuin is zeer de moeite waard, er zijn namelijk meer dan veertig verschillende soorten fladderaars te bekijken.
Etang aux Poissons
Verder naar het zuiden passeer je het moerasgebied rond de Etang aux Poissons. Over de smalle landtong tussen dit meer en de Baie de l’Embouchure loopt gedeeltelijk een weg. Baie de l’Embouchure staat ook bekend als Coconut Grove en als Le Galion Beach. Omdat het strand langzaam afloopt is het erg geschikt voor gezinnen met kinderen. Er staan bomen voor beschutting en bankjes en je hebt uitzicht op Saint Barths. Bij Chez Pat/Tropical Wave zijn stoelen en parasols te huur (5,00 dollar per stuk) en is een klein restaurant. Op Le Galion mag je niet kitesurfen omdat het een natuurgebied is. Op de Route de Quartier d’Orléans, vlak na de zuidkant van Orient Bay, kom je bij The Old House. Je kunt er het verleden van de rum zien. Er staan antieke meubelen van zes generaties en er is informatie over de oude rumplantage, afgesloten met een proeverij, open dinsdag t/m vrijdag 10.00-16.00 uur.
Trekpleister van het Quartier d’Orléans is La Ferme Des Papillons (Butterfly Farm | entree 15,00 dollar inclusief gratis terugkeerpas voor de duur van je vakantie) aan de Route du Galion. Twee Britten richtten in 1994 deze vlindertuin in. In de weelderige tropische kas van 900 m3 en tuinen is een collectie van meer dan 40 soorten vlinders (motten) te zien. Rondleidingen zijn er doorlopend, ze duren 15-20 minuten en de laatste begint om 15.00 uur. Entree: dagelijks 09.00-16.00 uur, er is een souvenirwinkel, toiletten en cafe.
TIP: Draag felgekleurde kleding en citrusparfum dan landen de vlinders op je kleding. Als je vroeg in de ochtend gaat, heb je kans om nieuwe vlinders uit hun cocon te zien kruipen.
De hoofdweg gaat naar de wijk Orléans, die door de bewoners The French Quarter wordt genoemd. Het is een klein vissersdorp, waar de eerste Fransen destijds aan land kwamen. Er staan nog een paar huizen uit de 17de eeuw.
In Orléans is Yvette’s Restaurant bekend om haar goede Creoolse maaltijden zoals mahi-mahi, red snapper, kipcurry’s en crab cakes. Het restaurant heeft geen adres. Vanaf de Franse kant ga je na de benzinepomp op de N7 rechtsaf. Dit is een kleine, onverharde weg in de richting van de heuvel. Yvette is er helaas niet meer, maar haar familie neemt al enige tijd succesvol de honneurs waar. Je zit op een plastic stoeltje, de bediening is vriendelijk en de prijzen zijn laag.
Via de Rue de Coralita rijd je vlak langs de kust. Vanaf het Rotary Lookout Point, waar een verhoogd, houten platform is, zie je het eiland Caye Chateau en vier eilandjes er omheen. Ze liggen tussen Coralita Bay en Le Gallon. Op het uitkijkpunt staat vaak een foodtruck/lolo. Er is voldoende gratis parkeergelegenheid. Vanaf het uitkijkpunt kun je door het enkeldiepe water naar het eiland lopen. Zorg wel voor waterschoenen want er zitten zee-egels. Van daar rijd je Oyster Pond (5 km) bij de grens.