header image
 

Plantagehuizen

Toen zout een waardevol goedje werd in de wereldhandel, werd Sint Maarten plotseling een erg interessant eiland. Sint Maarten is namelijk in het bezit van natuurlijke zoutpannen waar het witte goud gemakkelijk geoogst kan worden. Er werd toentertijd grof geld mee verdiend.

Naast het zout werd Sint Maarten in de loop van de tijd ook erg interessant voor de verbouwing van suiker. Aan suiker werden in die tijd ook kapitalen verdiend. In de 18de eeuw werden op Sint Maarten de grote suikerplantages aangelegd. Het zware werk op de plantages werd in eerste instantie door Afrikaanse slaven verricht. Halverwege de 19de eeuw werd de slavernij echter afgeschaft. Vanaf dat moment voltrok zich een grote migratie van Aziatische arbeiders naar Sint Maarten, om het werk op de plantages uit te voeren. Op Sint Maarten zijn nog verschillende restanten van de suikerplantages en plantagehuizen te bezichtigen zoals die van de Bevedere plantage en de Bishop Hill plantage.

Bevedere plantage

De Bevedere plantage was één van de eerste suikerplantages van Sint Maarten en was uiteindelijk ook één van de laatste die sloot. Het hoofdgebouw van Bevedere was de thuisbasis van de commandeurs en andere hoge rangen van de West-Indische Compagnie (WIC) op Sint Maarten gedurende de 18de en 19de eeuw. De restanten van de plantage hebben een zeer hoge historische en culturele waarde. Ze zijn zelfs uniek in de Caribische archipel. Het Bevedere hoofdgebouw en de bijgebouwen dateren ongeveer uit 1860, maar de fundamenten van de gebouwen zijn zelfs nog veel ouder. In de buurt van Bevedere was een suikermolen aanwezig die werd aangedreven door vee.

Naast het hoofdgebouw van Bevedere stonden een suikermolen en kookhuis. De suikermolen is zelfs tot 1915 operationeel geweest. Op het terrein is ook een betonnen dam te vinden, deze is aangelegd om citroenen op de plantage te verbouwen. Delen van de gebouwen van Bevedere zijn gemaakt van de bakstenen die de WIC gebruikte als ballast. Deze werden in de diepste delen van de zeilschepen geladen. Op deze manier bleef het zeilschip rechtovereind varen.

Deze schepen met ballast werden gebruikt tijdens de zogenaamde Trans-Atlantische driehoekshandel. Hierbij werden de slaven opgepikt bij West-Afrika en werden vervolgens getransporteerd naar de Nieuwe Wereld, waaronder de eilanden van de Caribische archipel. Vanaf daar werden suiker, rum, tabak et cetera naar Europa getransporteerd. Om vervolgens de driehoek compleet te maken, zeilden de WIC-schepen weer terug naar West-Afrika om daar geweren, ijzer, bier, kleren et cetera achter te laten in ruil voor slaven.

Bishop Hill plantage

Bishop Hill plantage is een andere suikerplantage op Sint Maarten. De Bishop Hill plantage is ook in het bezit van een molen die door vee werd aangedreven. Waarschijnlijk als een soort back-up voor de dagen dat er te weinig wind stond om de windmolen aan te drijven. De windmolens die werden gebruikt op Sint Maarten, werden in Holland gemaakt en naar het Bovenwindse Eiland verscheept. Van dit type molens zijn er nog maar ongeveer veertig over. Op geen enkel ander Caribisch eiland zijn deze molens overigens te vinden. Op de Bishop Hill plantage is ook een slavenkerkhof aanwezig met nog drieëntwintig ongeschonden graven. Het is één van de laatste begraafplaatsen van slaven op Sint Maarten en dus zeer uniek en waardevol.

Lisa Davis-Burnett

Plantagehuis Golden Rock.

Plantagehuis Marcy’s Fancy