In de supermarkt zijn we doorgaans op twee dingen gefixeerd: prijs en houdbaarheidsdatum. Het moet allemaal spotgoedkoop en kakelvers zijn. We zijn als de dood om te veel te betalen en wensen niet te overlijden aan een voedselvergiftiging. Geld is geld. Dat kun je maar één keer uitgeven. Dus het loont om bij de grootgrutter te jagen op aanbiedingen en kortingen! Voor de houdbaarheidsdatum ligt het ingewikkelder. Er bestaan namelijk twee houdbaarheidsdatums: ‘te gebruiken tot’ en ‘ten minste houdbaar tot’.
De meeste consumenten weten niet wat het verschil is. In het eerste geval is de veiligheid van het voedsel niet meer gegarandeerd na de houdbaarheidsdatum. Passeer je in het tweede geval de houdbaarheidsdatum, dan staat de fabrikant niet meer in voor de smakelijkheid van het product, maar loop je geen enkel gezondheidsrisico.
Voor het leeuwendeel van de mensen is het één pot nat; als de houdbaarheidsdatum is aangebroken, gaat het product linea recta de vuilnisemmer in. Pure voedselverkwisting dus. Supermarkten vinden het prima en laten het misverstand maar al te graag in stand. Des te sneller de consument levensmiddelen opeet of weggooit, des te sneller hij nieuwe levensmiddelen koopt. Het feit dat ‘prima eten’ door de shredder wordt getrokken, zal supermarkten een worst wezen. Sterker nog; ze zullen er meer worst door verkopen!
Voor producten die snel bederven is het natuurlijk wel van groot belang om de relevante houdbaarheidsdatum goed in de gaten te houden. Na consumptie van een bedorven kip kun je ernstig in de problemen komen. Dat geldt voor ons, mensen. In het dierenrijk werkt dat heel anders. Bij aaseters bijvoorbeeld. Gieren zal het een zorg zijn als de houdbaarheidsdatum van een dierenlijk is verstreken. Voor hen is een ontbindend karkas een feestmaal. Een appetijtelijk banket van rottend vlees en dampende darmen. Als mensen aanschuiven, komen zij direct in de gevarenzone. Naast huid, bot, vlees en ingewanden vormt het kadaver namelijk een festivalterrein voor allerlei ziekmakend microgespuis.
Zo vermaken miltvuur- en botulismebacteriën zich opperbest in het karkas. Als deze micro-organismen in het menselijk lichaam gaan feesten, ontketenen ze direct een biologische oorlogvoering om van een levend mens een dood mens te maken. De miltvuurbacterie zal proberen om het maagdarmstelsel plat te leggen en zijn collega microbe heeft het op de uitschakeling van het zenuwstelsel gemunt. Bij de mens wordt de verwoestende werking van deze kwaadwillende bacteriën geen strobreed in de weg gelegd. Wij worden doodziek van ze. Waarom wacht gieren niet hetzelfde lot? Waarom gaat bijvoorbeeld de zwarte gier, de Coragyps atratus, niet het hoekje om na een besmetting?
Zwarte gieren hebben een zwart verenpak. Alleen hun kop en nek is kaal en gerimpeld. Hierdoor lijkt het net alsof ze getooid zijn met de pruik die zo karakteristiek is voor Engelse rechters. Verder hebben ze weinig affiniteit met recht; als bullebakken geloven ze eerder in het recht van de sterkste. Als zwarte gieren zich bij een karkas melden, kunnen de overige aaseters zich maar beter bergen. Alleen als de koningsgier ten tonele verschijnt, weet de zwarte gier zijn plek. Met hun haarloze kop kunnen zwarte gieren tot diep in het karkas doordringen, grote hompen kadaver afscheuren en verorberen. Ziekmakers worden op hun wenken bediend en komen gemakkelijk in het gierenlijf terecht. Maar zwarte gieren zetten chemische wapens in om de horrorbacteriën en gruwelvirussen uit te schakelen.
In de maag van de gier worden de ongewenste micro-organismen namelijk ondergedompeld in een zuurbad. Geen aangename Jacuzzi met een vleugje zuur, maar een malend orgaan dat volledig is gevuld met bijtend zoutzuur. Gierenmaagzuur is extreem zuur. Tien keer zuurder dan dat van mensen. Ongewenste bacteriën en virussen vinden dan ook direct hun Waterloo in dit spijsverteringsorgaan. Als zwaarbesmet vlees het maagdarmkanaal van een gier is gepasseerd, zijn er in de uitwerpselen geen ziekmakers meer te bekennen. Zo helpen zwarte gieren mee om het verspreiden van ziektes te voorkomen!
Uiteraard kunnen de verwekkers van miltvuur, botulisme en andere onheilspellende ziektes ook via de huid de zwarte gier binnendringen om daarna verwoestend toe te slaan. Om dat te voorkomen, doet de zwarte gier wederom een greep in zijn chemisch wapenarsenaal: urinezuur! Doordat zwarte gieren over hun eigen poten pissen en poepen, kunnen ze risicoloos over kadavers lopen. Deze keer worden de microben dus niet verwelkomd door bad van bijtend maagzuur, maar door een douche van invretend urinezuur! Overigens speelt dit mechanisme ook een rol bij de thermoregulatie. Wanneer het water uit de urine en ontlasting verdampt, worden de bloedvaten onder het huidoppervlak afgekoeld. Hierdoor kan de vogel zijn lichaam op de gewenste temperatuur houden.
Ook in zijn eigen verenpak kunnen zich niet-vredelievende bacteriën verschansen, maar de gier kan zich nu eenmaal niet helemaal onder zeiken. Om dit probleem op te lossen, spreidt de vogel zijn vleugels, om ze bloot te stellen aan de zinderende tropenzon. Zo worden de micro-organismen op de vogelhuid dodelijk gegrild!